Reisverhalen

Reisverslag rondreis China, Tibet en Nepal

Door: Hans Rinsma

In dit reisverslag vertel ik over mijn prachtige rondreis door rondreis China, Tibet en Nepal. Deze begint in de hoofdstad Beijing. Beijing is, met bijna 22 miljoen inwoners, de overtreffende trap van groot, groter, grootst. Vrijwel alle publieke gebouwen en werken zijn zo groot dat je in een dag soms nog maar een kwart hebt gezien. Via de weg vanaf het vliegveld is goed zichtbaar dat Beijing (en met zich China), voorzover ze dat nog niet is, op wil klimmen tot een echte wereldstad.

Boven de stad hangt helaas continu een laag smog die er, ondanks het prachtige weer, voor zorgt dat je nooit een heldere blauwe lucht zult zien. Zeker niet in deze tijd (september) van het jaar.

In de stad, maar ook in de rest van China heeft men niet overal riolering. Op straat kom je dan ook regelmatig openbare toiletten tegen, het ergste is nog dat je ze vaak op honderd meter afstand al ruikt. Waar ik ook niet aan kan wennen is de luidruchtig rochelende en spugende mannen en vrouwen op straat. Maar ook in het hotel zie je regelmatig een Chinees op de vloer spugen. Ondanks dat ze heel vriendelijk en beleefd zijn, houden Chinezen er qua hygiene hele andere normen en waarden op na.

Het verkeer omschrijft zich hier het beste als een georganiseerde chaos. Er geldt maar één regel en dat is dat auto's altijd voorrang hebben. Ook op voetgangers oversteekplaatsen en bij stoplichten moet je je als fietser of als voetganger tussen de auto's en bussen door zien te laveren. Het is overigens een wonder dat je nooit een sirene hoort en ik heb ook nog geen ambulance gezien, al houd ik regelmatig mijn hart vast. De vele kleurrijke steegjes met stalletjes en winkeltjes zijn een attractie voor iedere toerist, al moet je er wel rekening meehouden dat je door vrijwel iedere eigenaar wordt aangesproken om vooral even te komen kijken tussen zijn prularia.

Reisverslag rondreis China

Na aankomst in Beijing heb ik eerst het Tiananmenplein, beter bekend als het Plein van de Hemelse Vrede en het plein waar in 1989 de studenten in opstand kwamen, bezocht. Met 40 ha is het het grootste plein ter wereld. Overigens was het oorspronkelijke plein "slechts" 11 ha, maar in 1958 heeft men opdracht gegeven om het plein vier keer zo groot te maken. (Hierbij valt de Grote Markt in Groningen toch echt in het niet.) Langs het plein lopen ook nog eens gigantische autowegen met maar liefst zes banen.

Als ik er aan kom is het er een drukte van belang op het plein. Dit komt mede doordat het mausoleum van Mao, dat op het plein staat geopend is. Keurig in de rij schuivelen de Chinezen (en enkele toeristen) het gebouw binnen om hun eer te betonen aan de oude leider. Ook buiten op het plein krioelt het van de Chinezen die zich graag op de foto laten zetten met op de achtergrond het inmense portret van Mao. Ook westerlingen, als ik, schijnen voor sommige Chinezen nog wel een bezienwaardigheid te zijn. En een enkeling vraagt je dan ook of je met 'm op de foto wilt.

Achter het Tiananmenplein ligt het Keizerlijk Paleis, ook wel bekend als de Verboden Stad. Het Paleis is gebouwd van 1406-1421 en bevat met alle vertrekken en gebouwen precies 9.999 'ruimtes'. Het getal 9 is in China een zeer belangrijk getal omdat het symbool staat voor het geluk van de keizer en de hemelse vrede. Ook in veel andere gebouwen of pleinen in China vindt men vaak het getal negen terug. Het paleis is opvallend goed bewaard gebleven en geeft een uitstekend beeld van het leven van de keizers in die tijd.

Met een bezoek aan het Keizerlijk Paleis kun je overigens met gemak een halve dag vullen en dan nog heb je maar een klein gedeelte gezien. Ook hier is alles weer enorm grootst opgezet. Overigens was het Keizerlijk Paleis vroeger verboden voor het gewone volk, vandaar ook de naam de Verboden Stad. In de Stad (cq Paleis) golden ook aparte wetten, regels en rituelen. Tijdens de Ming-dynastie waren bijvoorbeeld in het paleis ook alle bomen omgekapt, zodat niemand zich er achter kon verschuilen. En om te voorkomen dat er tunnels gegraven zouden worden onder de tien meter hoge muren rondom de stad, waren er ook onder de grond verschillende lagen steen aangebracht.

Op een van de pleinen in de Verboden Stad ligt een enorm groot marmeren plaatwerk (kunstwerk) van 250 ton. Aangezien het destijd vervoerd moest worden naar Beijing, heeft men in de winter de weg van 48 km onder water gezet en laten bevriezen. Zo konden ruim 20.000 arbeiders in 28 dagen tijd het plaatwerk naar het Keizerlijk Paleis toe glijden.

Uiteraard moet je in Beijing minimaal een keer Peking Eend hebben gegeten. Dat doen we dan ook gelijk maar in het beste en beroemde Qianmen Quanjude Roast Duck Restaurant (Qianmen street 32, vooraf reserveren) waar verschillende (voormalige) wereldleiders ons zijn voorgegaan. Als voorgerecht wordt een keur van schalen met allerlei heerlijke hapjes voorgezet. Ondertussen bereiden de koks de eend voor en komen deze persoonlijk aan tafel in stukjes snijden. De stukjes vlees dompel je vervolgens in een oestersausje en rol je in een kleine pannekoek van deeg. Heerlijk, een aanrader voor iedereen die Beijing bezoekt.

Het zomerpaleis is ook een van de belangrijkste attracties van Beijing. Op ongeveer 10 km buiten de stad ligt dit voormalig buitenverblijf van de keizers. Met name Cixi de keizerin weduwe heeft er in 1800 haar invloed laten gelden en heeft het vormgegeven zoals het nu is. Het bijgelegen meer bij het zomerpaleis neemt driekwart van het complex in beslag. Hoogtepunten in het zomerpaleis zijn de Foxiangge (Pagode van de Wierook van Boeddha) en de zeer fraai aangelegde tuin.

Bij alle belangrijke attracties in Beijing ben ik aangesproken door studenten die in hun beste engels willen weten waar je vandaan komt. Uiteindelijk draait het er op uit dat ze je graag willen meenemen naar hun galerie, en de kunstwerken van hun leraren en professoren willen verkopen. De prijzen die ze in eerste instantie vragen moet je zeker niet serieus nemen en laat je ook niet verleiden om te snel je eigen prijs te noemen. Vaak gaan ze vanzelf wel naar beneden en mijn ervaring leert dat die meestal nog minder is dan ik aanvankelijk had willen bieden. Ik ben overigens wel naar buiten gegaan met een 'kunstwerk'.

Eén van de hoogte punten van deze rondreis is een bezoek aan de Chinese muur. Met de bus is het ongeveer 2 uur rijden. De huidige omloop van de muur is ongeveer 220 v. Chr. vastgelegd door de stichter van het Chinese Rijk en de eerste keizer, Qin Shi Huangdi. De delen die nu nog goed in tact zijn stammen overigens uit de Ming-dynastie (1368-1644).

Ik bezoek het meest recent gerestaureerde deel van de muur in de omgeving van Mutianyu. Eenmaal op de muur blijf je je verbazen hoe men alle rotsblokken van honderden kilo's naar boven heeft gekregen. En dat over een lengte van ruim 5000 km, ongelooflijk! Zonder rotsblokken is het namelijk al een leuke prestatie om over de muur te wandelen. Er zitten zeer steile stukken in die je regelmatig naar adem doen happen.

Met de nachtrein zijn we vervolgens doorgereisd naar Xi'an. Het schijnt dat je deze treinen wel ver van te voren moet reserveren, maar daar hoef ik mij gelukkig niet druk over te maken. In zgn. 'hardsleepers', deel je met zes personen een 'coupé'. In de coupé staan aan weerzijden stapelbedden waar drie personen op kunnen slapen. De treinreis naar Xi'an duurt maar liefst 15 uur en dan is een beetje comfortabel reizen wel lekker. En ik moet zeggen dat het prima te doen is. In de trein is het gezellig en ook sommige chinezen vinden het leuk om even een praatje met je te maken. Wat wel erg irritant is, is dat de radio de hele tijd keihard aan staat. Stipt om tien uur 's avonds gaat het licht en gelukkig ook de radio uit en om zes uur de volgende ochtend worden we weer gewekt door diezelfde irritante radio, waarvan de luidspreker zich naast mijn oor bevindt. Ik moet zeggen dat ik wel eens aangenamer gewekt ben.

Xi'an is weer zo'n metropool die China rijk is met maar liefst 5 miljoen inwoners. De stad heeft op zich niet zo veel te bieden. De meeste toeristen komen hier voornamelijk om het terracotta leger te bezoeken. In het centrum van Xi'an zijn de contrasten zeer groot. In de hoofdstraat wandel je langs de meest luxe winkels en enorme shoppingmalls, maar als je twee straten verder bent zie je pas hoe de gemiddelde Chinees in deze stad leeft. Er heerst hier 7 dagen per week en de gehele dag door een enorme bedrijvigheid. Kijk niet vreemd op als men om twaalf uur 's nachts de stellages aan het opzetten is om een pand te gaan verbouwen. Een Chinees werkt dan ook gemiddeld 12 uur per dag en dat 6 dagen in de week.

De oude binnenstad van Xi'an wordt omringd door een 14 km lange muur en vroeger, tijdens de Tangdynastie (618-907) was Xi'an een van de grootste steden ter wereld. Naast het terracotta leger is Xi'an ook bekend om zijn moslimwijk. Er leven hier dan ook ruim zestigduizend Huimoslims. Midden in deze wijk, staat de Grote Moskee. Ook leuk om even te bezoeken, maar als niet moslim mag je uiteraard niet de gebedshal in. De moskee vind ik echter meer op een Chinese tempel lijken.

In 1974 hebben een aantal boeren, bij het slaan van een waterput, het terracotta leger voor het eerst ontdekt. Het terracotta leger is destijds in opdracht gemaakt van China's eerste keizer, Qin Shi Huangdi. Hij was toen 13 jaar oud. Vervolgens hebben honderdduizenden arbeiders hier zesendertig jaar aan gewerkt. Men vermoedt dat het totale leger een omvang had van 20.000 krijgers, maar slechts een deel hiervan is tot nu toe teruggevonden. Er schijnen 7.000 beelden te bezichtigen te zijn. Ik weet echter niet of ik ze allemaal gezien heb.

Op het complex staan drie hallen, een museum en nog twee souvenirswinkels. In de eerste hal zie je de meeste beelden staan in een slagorde van elf officieren, soldaten, compleet met strijdwagens en paarden. Al ontbreken nu nog de wagens. Ook zijn alle wapens weggenomen. Opvallend is is dat ieder beeld een eigen gelaatsuitdrukking heeft. In de andere twee hallen zijn ze nog druk bezig met opgravingen en restauraties. Hier zie je voornamelijk kapotte beelden liggen.

Bij de officiele souvenirwinkels kun je complete terracotta krijgers kopen voor omgerekend 5000 gld (ware grote). Maar buiten het complex ben je op de markt waarschijnlijk al klaar voor één tiende van de prijs. Vele tientallen kraampjes prijzen hun waar met alles wat maar te maken heeft met het terracotta leger of de streek. Ook ik kan de verleiding niet weerstaan om een miniatuur te kopen van de keizer op zijn praalwagen met paarden. Uiteraard wordt er flink afgedongen, en toch heb je iedere keer weer het gevoel dat je veel te veel hebt betaald. Maar het blijft een leuk spel.

De volgende stad die we, na een treinreis van 20 uur, aandoen is Xining, een grauwe en armoedige stad, met ongeveer 2 miljoen inwoners. Het is gelukkig onze laatste stop voor we naar Lhasa zullen afreizen. Veel valt hier niet te beleven en als ik zo om mij heen kijk ben ik voor de inwoners zo'n beetje de grootste attractie op dit moment.

Een bezoek aan een plaatselijk eettentje in Xining is ook een feest op zich. Al bij mijn binnenkomst raakt het personeel in rep en roer. Helaas spreekt hier niemand Engels en een conversatie is dan ook totaal niet te voeren. Zelfs de buren en de overburen komen kijken, maar niemand kan mij helpen.

En dan gebeuren er altijd van die onverwachte momenten die een reis in den vreemde zo leuk maken. Een gezin dat vlak bij mij zit en weliswaar geen Engels spreekt, nodigt mij met gebaren uit dat ik bij hun moet komen zitten en met hun mee moet eten. Ze zijn er ontzettend trots op dat je op het verzoek ingaat en bieden je echt van alles aan en ik kom dan ook niets te kort. Overigens wordt iedere beweging die ik maak wel heel nauwkeurig gevolgd en als ik ze dan even aankijk en even lach, dan grijnzen ze van oor tot oor. Volgens mij heb ik nieuwe vrienden gemaakt.

De belangrijkste bezienswaardigheid van Xining ligt iets buiten de stad. Het imposante en prachtige Taerse-klooster is het grootste en belangrijkste Lama-klooster buiten Tibet en een van de zes grootste kloosters van de geelkap lama's. Met name de kinderen in het klooster vinden het allemaal prachtig. Op foto- en videocamera's reageren ze in eerste instantie geschrokken, maar als de schroom eenmaal overwonnen is willen ze graag met je op de foto. Jammergenoeg is het hier vandaag echt hollands weer en (mot)regent het de gehele dag. Ondanks dat ik mij goed gekleed heb op dit weer, voelt het waterkoud aan. Gelukkig maakt een wandeling in de omgeving een hoop goed en word ik vanzelf weer een beetje warm.

Wat ik nog niet beschreven had, is mijn bezoek in Beijing aan een Chinese Opera. Tsja, hoe zal ik dat nu eens omschrijven. Het is in ieder geval totaal niet wat wij onder een 'opera' verstaan. Rechts op het toneel, een beetje verscholen achter het gordijn, zitten een aantal 'muzikanten'. Met de muziekinstrumenten (o.a. een op een zaag lijkend voorwerp en een aantal pannendeksels) en het geluid dat ze weten te produceren denk je dat je bent terecht bent gekomen in de "Dik voor mekaar Show".

Vervolgens verschijnt op het toneel een dame die met een zeer hoge en zeker aparte stem begint te zingen, al is dat laatste ook weer niet de juiste omschrijving. Ik houd het maar op een "Chinese opera-rap". Aangezien alles in het Chinees is, worden we via borden aan weerskanten van het theater in 'steenkolen' Engels op de hoogte gehouden wat er precies gezegd wordt. Door de vele taalfouten is het alleen daarom al erg leuk om het verhaal een beetje te volgen.

Een Chinese Opera is echter meer dan alleen zingen, want na ongeveer een kwartier gaat de Opera over in een combinatie tussen een klucht en een acrobatische voorstelling. Kortom een show die je tenminste één keer bezocht moet hebben. Ik moet echter eerlijk bekennen dat ik halverwege de voorstelling in slaap ben gevallen. Er zijn overigens 300 opera varianten in China, dit is echter wel de meest populaire variant.

Reisverslag rondreis Tibet

Na anderhalve week in 3 steden van China te hebben gebivakeerd, waarbij de smog die over de steden hangt, het verblijf niet altijd even prettig maakt, verlang ik enorm naar de natuur en een heldere hemel. Het volgende onderdeel van deze rondreis is Tibet. Vanaf Xining vliegen we rechtstreeks naar Lhasa. Overigens ligt het vliegveld op ongeveer 95 km rijden van de stad en dat neemt hier al gauw anderhalf uur in beslag. Voordat we in Lhasa zijn aangekomen maken we onderweg nog een aantal stops en het is al bijna avond als we bij ons hotel arriveren.

De meeste mensen denken bij Tibet, dat twee keer zo groot is als Frankrijk, aan idyllische berglandschappen en een paradijselijk bestaan. In werkelijkheid is het hier zeker adembenemend mooi, maar is het leven keihard. De Chinezen hebben hier de touwtjes zeer strak in handen en regiseren de hele toeristische sector. Wij zullen dan ook niets te zien krijgen wat niet voor onze ogen bestemd is.

's Avonds gaan we met z'n allen op weg naar het centrum van Lhasa om wat te eten. In de gezellige en prachtige straatjes heerst een gezellige drukte. En als ik de geur in de straatjes opsnuif waan ik mij in een koeienstal. Op het plein bij de Jokhang Tempel, het bekendste bedevaartsoord van Tibet, is het een drukte van belang. Alle culturen lopen hier door elkaar. We gaan uiteindelijk eten in "Snowland" dat vlak bij de Jokhang Tempel ligt. Het is een van de beste restaurants van de stad, en ik kan het iedereen dan ook van harte aanbevelen.

De inwoners gaan zo'n beetje 'met de kippen op stok' en het is 's avonds na half negen dan ook al redelijk rustig op straat. Maar ook 's ochtends zijn het hier geen vroege vogels, voor half negen is er nauwelijks leven in de stad. De volgende ochtend breng ik eerst een bezoek aan de Jokhang Tempel. Voor de Jokhang Tempel liggen en knielen tientallen pelgrims, die van uit heel Tibet hier speciaal naar toe komen, om te bidden en offers te brengen.

De echt doorgewinterde gelovigen lopen niet alleen rond de tempel, zij maken een soort snoekduik, staan weer op en gaan zo de hele tempel rond. Naar ik begrepen heb moeten ze de tempel minimaal 8 keer rond gaan. Binnen in de tempel hangt een bijzondere, religeuze sfeer. In het halfduister branden honderden lampjes van yakboter en er staan vele honderden boeddhabeelden. Verder sieren gebedsmolens de ruimte. Deze houten kokers zijn gevuld met heilige geschriften. Iedere keer als een gebedsmolen om zijn as wordt gedraaid, worden de gebeden volgens het lamaistische geloof als het ware de wereld in gezonden.

Boven op de Jokhang Tempel heb je een prachtig uitzicht over de stad en in de verte zie je het meest bekende en belangrijkste gebouw van Lhasa liggen, nl. het enorme Potala-paleis van de Dalai Lama. Op het plein voor de Tempel is het deze ochtend opvallend druk. Dit komt omdat er een film wordt opgenomen. Even verder worden, speciaal voor deze film, een aantal legertrucks vol met monniken aangevoerd. Uiteraard zijn dit geen echte monniken, maar kaalgeschoren militairen.

Van de ooit naar schatting 1600 kloosters in Tibet zijn er nog maar een paar over. Een daarvan ligt op 40 km buiten Lhasa. Met jeeps vertrekken we de volgende ochtend om 8 uur naar het Gandenklooster. De laatste tien km is bergop via een zandpad. Als we nog niet wakker waren, dan nu zeker. Het Gandenkloosters is het oudste nog overgebleven klooster en is gesticht in 1409. Ooit verbleven hier ongeveer 5000 monniken. Helaas is het klooster, tijdens de culturele revolutie, bijna volledig verwoest. Gelukkig is veel inmiddels weer gerestaureerd, maar er wonen momenteel hooguit een paar honderd monniken. Op de terugweg naar Lhasa wordt de Chinese overheersing van Tibet nog even goed duidelijk. We passeren ongeveer 80 leger voertuigen vol met militairen. Voorop rijden een aantal tankwagens, die ons er niet langs willen laten. Als onze chauffeur het toch probeerd wordt ie gewoon van de weg afgedrukt.

Het Potala paleis torend hoog boven Lhasa uit. Het bestaat uit 3 gedeelten: een wereldlijk gedeelte, een administratief deel dat aan de buitenkant wit is en een religieus roodbruin gedeelte. In totaal omvat het complex meer dan 1000 kamers. Hiervan is overigens maar een gedeelte te bezichtigen voor toeristen. Van onze Tibetaanse gids krijgen we een zeer indrukwekkende rondleiding. Als wij hem echter halverwege een vraag stellen over de huidige Dalai Lama, geeft hij een ontwijkend antwoord en wijst veel betekenend omhoog. We staan recht onder een microfoon. Een van de vele, die in het paleis, samen met de camera's, overal hangen.

Vanuit Lhasa trekken we vervolgens door het Himalaya-gebergte, naar Kathmandu (Nepal). De eerste etappe is richting Gyantse. De weg die wij volgen is de toeristische route. En dat betekent onverharde, en bepaald geen vlakke wegen. Onderweg stoppen we regelmatig om foto's te nemen van de prachtige vergezichten. In het begin van de avond komen we aan in Gyantze, een klein middeleeuws aandoend, stadje met slechts 8.000 inwoners. Het is heel apart om door de straten te lopen in Gyantze, je waant je op de set van een western-film, alleen de muziek van Enrico Morricone ontbreekt.

Gyantze staat echter vooral bekend om de enorme Kumbum, de grootste 'chorten' van Tibet. Een 'chorten' is een soort stupa of pagode, qua functie vergelijkbaar met de stupa's in India. Verder torent hoog boven de stad, op een rots, de Zdong, een uit de veertiende eeuw stammend fort. Vanaf het fort, heeft men begin 1900, een muur om een deel van de stad gebouwd, ter bescherming van de Engelse invasie in Tibet.

Na Gyantze zijn we doorgereden richting Shigatze. De tweede stad van Tibet (met slechts 45.000 inwoners overigens). Ooit was dit een belangrijke handelsstad. Later verwierf de stad ook faam door het hier gevestigde Tashilhunpo-klooster de zetel van de Panchen Lama werd; dit is na de Dalai Lama, de belangrijkste geestelijke van Tibet. De huidige Panchen Lama is door de Chinezen aangewezen en 'studeert' in Beijing. Dat betekent dus dat hij in China in de gevangenis zit (letterlijk).

De autoritten door het himalaya-gebergte zijn, weliswaar prachtig, maar zeer zwaar. Volgens onze Tibetaanse gids, zijn de wegen goed, maar dat betekentwel dat je dus hele route doorelkaar geschud wordt en doodop bent als je op de bestemming aankomt. We hebben nu nog twee zware etappes voor de boeg, voordat we in Kathmandu aankomen.

De volgende dag vervolgen we onze weg richting Latshe, een klein stadje in de bergen. Voor een aantal van onze groep betekent dat een hele opluchting, omdat niet iedereen goed tegen de hoogte kan. Als veel water drinken niet meer helpt, dan wordt het tijd om je zorgen te gaan maken. Meestal is de beste remedie dan om af te dalen naar lager gelegen gebieden (in de tussentijd kunnen zuurstof-zakken al een behoorlijke verlichting brengen in de ziekteverschijnselen). Eenmaal aangekomen in Latshe knappen de zieken gelukkig al gauw op.

Onderweg naar Latshe ga ik met een aantal anderen nog even langs het Sakaya-klooster, het ligt weliswaar 40 km uit de route, maar je moet er wat voor over hebben. Ook hier blijkt maar weer eens hoe goed wij in de gaten gehouden worden door de Chinese overheid. Binnen no-time staat er een politie-agent bij onze gids in het "restaurant" waar we een heerlijke lunch voorgeschoteld krijgen. Het blijkt dat zijn "permit" niet in orde is en hij met ons hier niet had mogen zijn. Hij moet zich dus even melden op het politiebureau. Gelukkig kunnen wij gewoon doorgaan met ons bezoek aan het klooster. Tot mijn verbazing, en eigenlijk ook weer niet, blijkt het politiebureau gewoon in het klooster te zitten. Hoezo de Chinezen hebben het hier voor het zeggen!

In Latshe slapen we in een soort hostel, want een hotel zou ik het niet willen noemen. Er is geen stromend water en de stroom moet worden opgewekt met noodaggregaten. In het dorp zelf is verder niets te beleven. Dat wordt dus een ouderwetse avond spelletjes spelen. Ik voeg mij bij de klaverjassers.

Vandaag moeten we 10 uur in de Jeep zitten. Op weg naar Lao Tingri, uitvalbasis voor diverse bergtrektochten in de Himalaya, rijden we door een fantastisch landschap met spectaculaire uitzichten op de onbereikbare bergtoppen, passeren we schilderachtige dorpjes en diepe rivierdalen. De eerste stop is op het hoogste punt van deze reis, nl. 5.220 m. En halverwege maken we een lunch-stop. Met in de verte de top van de Mount Everest in zicht genieten we van overheerlijke hollandse pannekoeken, die een aantal van de groep in Lathse hebben gebakken. Het landschap om ons heen verandert voortdurend, in eerste instantie lijkt het net of je over de maan rijdt, maar hoe dichter we Nyalam, waar we zullen overnachten, naderen, hoe groener het om ons heen wordt.

Voor het eerst deze vakantie moeten we vroeg uit de veren. 7 uur vertrekken we uit Nyalam. Het is helaas nog donker, zodat we weinig meekrijgen van het natuurschoon om ons heen. De weg richting, Zangmu, waar we de grens zullen passeren, is heel slecht. Het is een grote modderpoel, waar de Jeeps doorheen moeten glibberen.

Reisverslag rondreis Nepal

ij de grens moeten we alle onze bagage uit de Jeeps halen en in de rij gaan staan. Half tien gaat de grens open, maar voordat wij er doorheen zijn is het inmiddels elf uur. Dat valt nog mee. Tussen China en Nepal is een soort 'niemandsland' van 8 km. Gelukkig hoeven we dit stuk niet te lopen. De Jeeps mogen nog een stukje verder brengen. Hier is de weg nog slechter dan voorheen, 2 km voor de grens van Nepal kunnen we dan ook echt niet verder. Het laatste stukje zullen we te voet moeten afleggen.

Bij de grens is het een ongelooflijke puinhoop. Het duurt dan ook uren voordat we met z'n allen in de bus zitten om de reis richting Kathmandu voor te zetten. Een busritje van nog eens ruim vier uur. Gelukkig is de omgeving ook hier weer adembenemend mooi. Al vrij snel besluit ik dat ik Nepal nogmaals ga bezoeken, want twee dagen in dit land is uiteraard veel te kort.

Evenals in Beijing en Xi'an is ook in Kathmandu het verkeer weer een grote puinhoop. Misschien nog wel erger. Inmiddels raak ik er aan gewend, maar ik moet er niet aandenken om hier zelf in rond te rijden. Dan loop ik toch liever.

De korte tijd in Kathmandu beperkt mijn mogelijkheden en ik maak dan ook de keuze om alleen de wereldberoemde Bodhnath Stupa te bezoeken en naar Pashupati (bekend van de lijkverbrandingen) te gaan. De overige bezienswaardigheden in en rond Kathmandu bewaar ik graag voor een volgende bezoek aan dit fascinerende land. De laatste dag van mijn vakantie ga ik op koopjesjacht in Kathmandu (wijk Thamel). Alles is hier werkelijk spotgoedkoop en zelf dan kun je nog afdingen (moet je ook zeker doen).

Terugkijkend heb ik een fantastiche reis achter de rug. Ik heb prachtige dingen gezien, ontzettend veel indrukken opgedaan en hele leuke dingen meegemaakt. Kortom een AANRADER!

Hans Rinsma